informatie over stoffen die bijen produceren |
POLLEN OF STUIFMEELHet stuifmeel dat door de bijen wordt verzameld wordt vermengd met een beetje speeksel, zodat ze er kleine bolletjes van kunnen maken. Dit speeksel neutraliseert en vernietigt eventueel aanwezige stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Daardoor kunnen deze bolletjes bij mensen een gunstige invloed hebben bij verschillende vormen van hooikoorts, behalve een allergie voor grassen. Bijen verzamelen namelijk geen stuifmeel van grassen, dus daartegen kun je door het eten van stuifmeelbolletjes geen weerstand opbouwen.
|
PROPOLISPropolis is een stof die door de bijen wordt gemaakt uit plantensappen en harsen. De bijen gebruiken deze stof om zich te beschermen tegen infecties. Ze smeren er de binnenkant van hun bijenkast meer in, want het werkt bacterieremmend en schimmeldodend. Dat is voor een bijenvolk essentiëel, om gezond te blijven.
|
BIJENWASWas wordt geproduceerd door werkbijen. Deze bijen “zweten” was met hun wasklieren, die aan weerszijden van het achterlijf zitten. Flinterdunne wasplaatjes vormen samen de cellen in de honingraat, waarvan de bijen een deel gebruiken om hun broednest te vormen en een deel om hun voedsel in op te slaan, namelijk stuifmeel en nectar (wat wordt ingedampt en gerijpt tot honing).
|
HONINGHoning is een vloeibare substantie vol van natuurlijke suikers, mineralen en sporenelementen, die ontstaat als bijen nectar uit bloemen verzamelen en deze vervolgens “omzetten”. De nectar wordt namelijk door het toevoegen van enzymen en door indikking door middel van verdamping omgezet in honing. Door het omzetten van de nectar in honing wordt de vloeistof rijker aan suikers, voedzamer en langer houdbaar. SlingerenDe ramen worden uit de bijenkasten genomen, de wasdekseltjes waarmee de cellen verzegeld zijn, worden weggesneden, waarna de ramen met de open raat in een centrifuge (de honingslinger) wordt gehangen en de honing eruit wordt geslingerd. De honing wordt vervolgens gezeefd. De meeste honing is tegenwoordig slingerhoning. PersenBij persing worden de honingraten verbrijzeld en het aldus ontstane mengsel door een doek geperst, waarbij de wasdeeltjes achterblijven. Dit gebeurde vooral vroeger met de honing uit bijenkorven. RaathoningRaathoning is honing die door de bijen in volkomen nieuwe raat is opgeslagen zonder dat de imker gebruik heeft gemaakt van kunstraat. Raathoning wordt ook wel sectiehoning genoemd, vooral als er sprake is van nette vierkante stukken raathoning (en al helemaal als het regelrecht vanuit de bijenkast tussen 4 plankjes zit – waarbij de bijen het dan dus zelf tussen die 4 plankjes hebben opgeslagen). Omdat de bijen de raten helemaal zelf hebben gebouwd is het mogelijk de raathoning in zijn geheel op te eten. BrokhoningBrokhoning (ook wel raatbrok in honing genoemd) is raathoning die in een pot is gedaan waarna die pot verder met vloeibare honing is afgevuld. De vloeibare honing en het stuk raat mogen van dezelfde soort zijn, maar vaak wordt voor de vloeibare honing acaciahoning of robiniahoning gebruikt omdat deze zeer lang vloeibaar blijft. Dat is van belang voor de verkoop want als de honing gaat kristalliseren dan zie je de honingraat niet meer. CrèmehoningWanneer de imker de honing, voordat dat deze in potten wordt gedaan, gaat enten met een zeer kleine hoeveelheid fijn kristalliserende honing en de honing daarna een aantal weken dagelijks roert krijgt men als eindproduct crèmehoning. Deze honing kristalliseert niet verder en blijft daardoor heel lang soepel en smeerbaar. Smaak en houdbaarheidWanneer er meer stuifmeel in de honing zit zal de honing sneller “versuikeren” ofwel kristalliseren. Dit is een natuurlijk proces. Het is mogelijk deze honing weer vloeibaar te maken door hem enigszins te verwarmen, zeker niet hoger dan 40° Celsius, omdat anders de enzymen en goede bacteriën in de honing afsterven. Dan blijft alleen een zoete substantie over, die weinig voedingswaarde meer heeft. Wat de smaak van honing betreft kan grofweg gesteld worden dat hoe donkerder de honing van kleur is, hoe pittiger de smaak. De imkerWanneer de imker honingramen afpakt van de bijen, zal hij of zij aan het einde van het zomerseizoen moeten zorgen dat de bijen genoeg voedsel voor de winter hebben om te overleven tot het volgende voorjaar. Hij neemt hen immers hun wintervoorraad af. Dit doen imkers door het voeren van suikerwater of suikersiroop. Tegenwoordig doen de meeste imkers dit met een speciaal voor dit doel ontwikkelde suikersirooop, die de samenstelling van natuurlijke nectar zo dicht mogelijk benadert. Hierdoor komen de bijen niets tekort in de winter. En als de imker het goed doet, heeft het bijenvolk precies genoeg voeding totdat in het voorjaar de eerste bloesem weer ontspruit, waarna de hele cyclus van het halen van nectar en het indampen en rijpen tot honing opnieuw begint. Door een goede timing en het nauwkeurig in de gaten houden van de wintervoeding, zorgt de imker ervoor dat er geen vermenging plaatsvindt van honing met deze suikersiroop. |